Een voordeursleutel die aan een sleutelbos hing
met in zijn gaatje zo’n sleutel-hang-ring.
Hing maar te hangen, wilde maar een ding:
het uitzicht op een slot en dan hijzelf erin.
Een draai, een duw, een rinkeling
en terug in de zak want men kan er in.
Blij er weer een te lezen, Albert
BeantwoordenVerwijderen